De band van Jigoro Kano
Een discussiepunt is de band die Kano om heeft in de tekening in het boek. We hebben een bewuste keuze gemaakt om hem een rode band om te geven. In het boek wordt er verder niet over zijn dan-graad en de kleur van zijn band gesproken. Dat is een bewuste keuze. De theorie dat Kano zelf (postuum) de 12de dan zou hebben gekregen en dat dit een brede witte band zou zijn, is weliswaar algemeen aangenomen (in Nederland). Het is echter zeer de vraag of het echt zo is gegaan. Over de discussie die hierover al enige tijd gaande is verwijzen we naar de onderstaande tekst, of de link die ook hieronder staat, waarin de discussie op een forum om internet gevoerd wordt.
Zie: deze link.
Het idee van gevorderde- of meestergraden (dan) vindt zijn oorsprong in de 17de eeuw, bij professionele spelers van het Japanse bordspel Go. Het idee om graden in de judo te tonen door kleuren banden te hanteren is een origineel idee van Kano zelf. Het idee voor het systeem met kyu- en dangraden kreeg Kano rond 1884. In 1886 - na een verhuizing van de Kodokan school - gingen studenten met gevorderde graden, gekleurde banden dragen als teken van hun status. In 1906 is het officieel ingevoerd in de Kodokan. Voordat Kano het bedacht, bestond er dus geen graden systeem. Uiteindelijk is het systeem wijdverbreid in de wereld van vechtsporten. De meeste vechtsporten hanteren een eigen systeem, waarin doorgaans zwart een (eerste) meestergraad vertegenwoordigd. De huidige manier van gradueren - binnen judo en binnen de vechtsporen in het algemeen - komt voort uit het inzicht van Kano om mijlpalen in een leerproces zichtbaar te maken.
Kano was verschillende keren bij het overleiden van docenten van wie hij zelf les kreeg. Op dat moment kreeg hij de geheimen van de school overhandigd, op het sterfbed van de docent. Dit kenmerkt natuurlijk Kano’s gedrevenheid als student en mens, maar het kenmerkt ook een cultuur en een tijdperk. Vechtsport-schoolgeheimen waren iets dat je niemand vertelde, behalve je beste student. Die het op haar/zijn beurt weer geheimhield. Kano - met het inzicht van de moderne wereld – breekt met dit systeem. Hij hield het juist voor mogelijk dat er in de loop van de tijd een judoka zou komen die een hogere band zou halen dan tot zover uitgegeven was (toen en nu is dat 10de dan). Hij zag geen reden om die niet toe te kennen, als er iemand de bijbehorende kennis en kunde zou hebben. Daarmee stelde hij zichzelf als voorbeeld: geheimen van een sport zijn juist inzichten die je moet delen. Een verandering van een cultuur en een enorm inzicht als docent.
Bescheidenheid is een belangrijk onderwerp in de filosofieën van Kano. Vanuit die gedachte denken wij dat hij zichzelf niet als hoogst gegradueerde judoka zag. Wij zien Kano bovenal als leraar. Een filosoof die bezig was met het kijken naar hoe mensen zichzelf kunnen verbeteren; als bewegingsdeskundige (judoka), maar bovenal als mens. Om tenslotte terug te komen op de graduatie van Kano in het boek: de bedenker van een systeem beoordeeld zichzelf niet binnen dat systeem. Net als een leraar zichzelf geen cijfer geeft. Zij of hij beoordeelt de studenten. Een goed leraar is kritisch naar zichzelf. Elke docent zou het inzicht moeten hebben dat leerlingen van een goede leraar, die leraar vroeg of laat voorbijgaan.
In onze ogen is het inzicht dat Kano ons daarmee geeft, niet alleen het idee dat er geen grens zit aan wat je zou kunnen leren, maar nog meer dat een student die de leraar voorbijgaat in kennis, kunde en wijsheid bovenal iets is dat ons allen ten goede komt. Wat ons betreft is die gedachtegang belangrijker dan de kleur van zijn band.
De keuze voor de rode band is gemaakt aan de hand van oude foto’s. Deze zijn vanzelfsprekend in zwart wit, dus het blijft een gok. Kano’s hoogst gegradueerde studenten - zoals Mifune en Yamashita - dragen een rood-witte band (ervan uitgaande dat op de zwart-witfoto’s geen andere kleuren werden gedragen). Het is moeilijk te zien op de kwaliteit van het beeldmateriaal uit die tijd, maar Kano zelf lijkt in die foto’s een band te hebben die te licht is voor zwart. Het lijkt hetzelfde rood te zijn als het rood uit de banden van zijn studenten.
Kano heeft vooral de titel Shihan: groot voorbeeld, of Dai-Sensei dat zich het best laat vertalen als grootmeester. Een voorbeeld voor ons allemaal, die los staat van graduatie. Met de bovenstaande reden en vanuit de gedachte dat hij een rode in ieder geval bij leve gedragen kan hebben, hebben we ervoor gekozen hem de rode band gegeven. Daarbij wordt voor de onervaren lezer duidelijk dat hij een andere graduatie heeft dan anderen in dit boek (juffrouw Hester: zwart en Mark Huizinga: rood-wit). Vandaar onze keuze voor de rode band.
Aanvulling – Kyugraden
Het systeem met de uitgebreide kyu-graden (wit, geel, oranje, groen, etc.) is van veel later. Doorgaans wordt Mikinosuke Kawaishi gezien als vader van dit systeem en zou hij het rond 1935 geïntroduceerd hebben. Er zijn echter verslagen uit London uit de jaren ’20 waar een gesproken wordt over gekleurde banden naast zwart en bruin. Wellicht dat Kawaishi geïnspireerd was geraakt, nadat hij het in London had gezien. Het is in ieder geval zeker dat hij het als eerste invoerde in Frankrijk in en later in de rest van de landen waar hij lesgaf. Als één van de eerste Japanse docenten die in Europa ging lesgeven, heeft Kawaishi in ieder geval de naam en waarschijnlijk ook de invloed gehad om dit systeem, wat inmiddels in zo goed als alle Westerse landen gebruikt wordt, te verspreiden.
In het judo Japan zijn er weliswaar 6 kyu-graden (witte band en het Go-kyu systeem) maar er zijn slechts de witte (beginnende) band en bruine band (gevorderde) leerlinggraad als zichtbare uiting ervan. In Japan is het gebruikelijk dat een judoka daarna bevorderd naar de zwarte band (op basisscholen wordt er soms nog groen gebruikt voor een leerlinggraad).