De taal en nomenclatuur
Over taal en Nomenclatuur De oplettende lezer heeft vast gezien dat we nomenclatuur en de Nederlandse taal op sommige plaatsen anders gebruiken dan in andere judoboeken (het woord Ju-jutsu valt veel mensen op). Vanzelfsprekend zijn dit bewuste keuzes geweest. Hieronder wordt uitgelegd hoe we tot deze keuzes zijn gekomen.
Laten we vooropstellen dat de betekenis van de vertaling, de manier van schrijven, de uitspraak en de uitvoering van de techniek, allemaal los staan van elkaar. We hebben ze hier bij elkaar gezet omdat soms verschillende taalkundige overwegingen samen, ons tot een keuze gebracht hebben. Alles dat hieronder staat is ter motivatie van die keuzes; en dat vooral voor hen die het interesseert. Zowel Hester als Niels willen niet over een nacht ijs gaan. Wat we met al het onderstaande willen laten zien dat we dat ook niet gedaan hebben. Wat we ook willen aantonen is dat het gaat om keuzes. Niet om waarheden. Zie hiervoor bijvoorbeeld de lijvige discussies op internet over uitspraak van het woord ju-jutsu. We willen in alle gevallen graag de discussie aangaan, maar het onderstaande is niet bedoelt om anderen te overtuigen van ons gelijk, maar het is een motivatie van onze overwegingen.
Schrijfwijze
We hebben er in dit boek voor gekozen om het Engels-fonetisch (gemodificeerde Hepburnromanisatie) als schrijfwijze te gebruiken voor de herkenbaarheid, omdat die veel gebruikt wordt in Nederland; met het Nederlands-fonetisch erbij. Het Nederlands-fonetisch is gebaseerd op de Japanse uitspraak (met dank aan onze adviseuse Japanse taal) en niet op het Engels-fonetisch. Zo blijven we zo dicht mogelijk bij de juiste uitspraak (hieronder wordt uitgelegd waarom).
Het eerste probleem dat we tegenkwamen is de schrijfwijze van hoe techniekbenamingen in Nederland geschreven worden. Is het O soto gari, O-soto-gari, of Osoto gari? Met name internet biedt hierin een bijna onuitputtelijke bron van varianten. De eerste keuze die we daarin gemaakt hebben is dat we de meest voorkomende schrijfwijze genomen hebben. We hebben ons daarin laten leiden door zowel boeken als door informatie van het internet. In iedere techniekbenaming scheiden we de Japanse woorden door streepjes (b.v. O-soto-gari). De reden daarvan is dat de uitspreekwijze van de Japanse taal veel korter is dan wij in het Nederlands doen. In Europese talen worden klinkers (a, e, etc.) veel nadrukkelijker uitgesproken. Het Japans liggen de medeklinkerklanken dichter op elkaar. Zo is bijvoorbeeld de uitspraak (op normale Japanse snelheid) van het woord sutemi in het Japans eerder stmie. Als we vragen het langzaam te zeggen, wordt er wel echt gezegd soe-tè-mie gezegd, maar dat is niet de reguliere uitspraak. De afkortingstreepjes gebruiken we om aan te geven dat woorden het losse woorden zijn, maar dat deze bijna als een woord uitgesproken worden.
Een tweede probleem is een uitspraakprobleem. Iedereen die weet hoe je O-uchi-gari uitspreekt, let niet meer op de schrijfwijze. Echter als je die kennis niet hebt en je weet niet hoe de juiste uitspraak is, hanteer je de normale Nederlands uitspraak. Er ontstaat dan een uitspraak die niet zo bedoeld is. In het geval van O-uchi-gari gaat de O nog wel goed, maar de CH klank in uchi en de G in gari, hebben geen reguliere Nederlandse uitspraak. Uchi zal door iemand die de uitspraak niet kent uitgesproken worden als uggie (met een Nederlandse G dus). Terwijl de juiste uitspraak meer oetsjie is, zoals je het in het Engels uit zou spreken. De G in gari spreek je uit zoals de G in het Engelse woord good.
De reden hiervan is dat de schrijfwijze die we gebruiken (ongeacht welke spelling we hanteren), is gebaseerd op Engels-fonetisch; (voor zover wij kunnen nagaan komt de vertaling) vanuit het zogenoemde Hepburn-romanisatie systeem. Dit is een systeem dat rond 1885 in het leven is geroepen door een Amerikaanse missionaris met als doel om mensen met niet-Japanse achtergrond handvatten te bieden om de Japanse taal te leren uitspreken. Hij gebruikte hiervoor uiteraard de klanken die voor handen zijn in het Amerikaans-Engels. Kortom Engels-fonetisch.
Later werd het systeem aangepast/verbeterd. Kano heeft zelf een belangrijke bijdrage aan dit zogenoemde gemodificeerde Hepburn-systeem geleverd. De bijdrage en betrokkenheid bij de aanpassingen van het gemodificeerde Hepburn-systeem zijn voor ons de reden dat we ervan uit zijn gaan dat Kano dit systeem ook heeft gebruikt voor de vertalingen van de technieken uit het Judo.
Correct Japans
Zoals hierboven staat uitgelegd gebruiken wij de klanken uit de Engelse taal, om via het gemodificeerde Hepburn-systeem de Japanse uitspraak te imiteren. Voor dit boek hebben we een adviseuse gehad voor onze uitspraak van de Japanse taal. Een geboren Japanse, die sinds een aantal jaren in Nederland woont. Zij heeft ons geadviseerd met het Nederlands-fonetisch.
Waar we daarbij meteen tegenaan liepen is dat de klanken die we gebruiken om woorden te vormen in het Nederlandse, net als het Engels in het gemodificeerde Hepburn systeem, tekortkomt om de klanken van de Japanse taal juist fonetisch te vertalen naar het Nederlands (in het Engels ligt die problematiek overigens bij andere klanken dan in het Nederlands). De keuze die we aan de hand van haar adviezen hebben gemaakt, wijkt soms af van de uitspraak zoals we die kennen. Soms is de uitspraak zoals we die kennen goed, maar soms wijkt de juiste uitspraak behoorlijk af van wat we gewend zijn. Met andere woorden: schiet het gemodificeerde Hepburn-systeem ook tekort om het Japans goed te immiteren.
In dit boek willen we een handvat bieden om de uitspraak juist te aan leren. Dit betekent dat we soms ingaan tegen de manier waarop de Japanse benamingen doorgaans worden uitgesproken. Ons idee is dat we zo dicht als mogelijk bij het Japanse uitspraak willen blijven. Vandaar dat onze keuzes soms afwijken.
Kortom: als je weet hoe de woorden uitgesproken worden veroorzaakt dat geen problemen. Het merendeel van de doelgroep: de beginnende judoka en de ouders van die judoka’s, zijn niet onderlegd in de uitspraak. Daarom hebben we ervoor gekozen om naast de reguliere schrijfwijze (het Engelsfonetisch), het Nederlands-fonetisch erbij te zetten.
Ju-Jutsu of Jui-jitsu?
Een andere reden om het Nederlands-fonetisch te baseren op de juiste Japanse uitspraak en niet op de manier zoals we het kennen, is dat het gemodificeerde Hepburn-systeem niet het enige systeem is om Japans-fonetisch te schrijven in Romaanse tekens. Een voorbeeld hiervan is het woord ju-jutsu. Dit wordt in het Nederlands vaak geschreven als jui-jitsu, of ju-jitsu. Gebruiken we het gemodificeerd Hepburnsysteem dan is ju-jutsu de juiste notatie. Jui-jitsu is andere vertaling.
We denken dat Kano het gemodificeerd Hepburn-systeem heeft gebruikt om de benamingen voor technieken te vertalen van het Japans, naar Westerse klanken. We willen het boekje graag eenvormig houden. Vandaar onze keuze voor de schrijfwijze: ju-jutsu is. Wederom met het streepje om aan te geven dat het twee woorden zijn. In het Nederlands fonetisch zou het dzjuu-dzjuutsoe worden.
Het bovenstaande is een heel gevaarlijke discussie. We willen hiermee vooral onze keuze motiveren. Voor hen die nu de draad al kwijt zijn: laat het hierbij en schrijf het vooral op je eigen manier. Voor hen die dieper willen gaan: op de onderstaande site is een zeer vergaande discussie over de uitspraak van Jujutsu, wat uiteindelijk resulteert in de tabel die onder de link staat. Er is dus zelfs wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de uitspraak van Ju-jutsu. Wat in onze ogen aangeeft hoe complex dit ligt.
discussie over hoe uit te spreken
Betekenis
Tenslotte hebben we nog de vertalingen van betekenis. Vanzelfsprekend is de benaming voor een techniek bedoelt om technieken uit elkaar te kunnen houden en ze te kunnen benoemen. Een aantal benamingen zijn overblijfselen van benamingen van technieken die al bestonden voor Judo begon. Een ander deel van de benamingen voor judotechnieken zijn in de beginperiode van het Judo bedacht of ontstaan in de periode erna.
Als we kijken binnen onze eigen taal naar woorden waarvan we weten dat ze bedacht zijn, zien we vaak eigenaardige keuzes. Denk aan televisie wat letterlijk betekent dat ‘ver zien’. Of auto (natuurlijk een afkorting van automobiel) wat ‘uit zichzelf rijden/bewegen’ betekent. De woorden die bedacht zijn om iets nieuws aan te duiden, zijn nu helemaal ingeburgerd. Ze zeggen vaak meer over de tijd waarin ze werden bedacht, dan over hetgeen ze moeten beschrijven… met een televisie kun je niet ver kijken. Je kunt er (eventueel) dingen mee zien die ver van je vandaan gebeuren. Een auto rijdt met een bestuurder en niet uit zichzelf. Natuurlijk moet je dit in de tijd plaatsen dat ze bedacht werden. Benader je de benamingen logisch, dan lijkt de keuze voor de benaming vaak vreemd gekozen.
Betekenissen van benamingen van Judotechnieken zijn soms - zeker voor westerlingen - erg exotisch. De ‘storm over de berg’ (Yama arashi), of ‘rijstzak omkering’ (Tawara gaeshi) zijn in eerste instantie benamingen waaruit je weinig op kunt maken over hoe de techniek gedaan moet worden. Bij andere technieken is het juist bijna een beschrijving van hoe de techniek uitgevoerd wordt. Denk aan De Ashi Barai (letterlijk: voorste/eerste voet vegen). Er zijn verschillende toepassingsvormen van deze techniek, maar in alle gevallen maak je een vegende beweging waarin je de voet van je tegenstander die voor staat mee veegt met jouw vegende beweging. Met andere woorden: je veegt de voorste voet.
Oude woorden kunnen ook toegepast worden op nieuwe begrippen. Denk aan het woord ballonvaren. Toen die nieuwe manier van bewegen in opkomst was (rond 1800), werd blijkbaar de vergelijking gemaakt met de scheepvaart. Daarom spreken we vandaag de dag nog steeds over ballonvaren (en zeg niet iets anders, want ballonvaarders nemen het serieus). Zo zijn er tal van etymologische redenen waarom een woord voor een begrip zich vormt in de loop van de tijd.
In alle hierboven beschreven gevallen is er een behoefte geweest voor een nieuw woord. Er was immers een nieuw begrip, dat een naam moest krijgen. Er Bestond nog geen benaming. Als er een woord was geweest dat de lading volledig zou dekken, was dat wel gebruikt. Er moet een keuze gemaakt worden uit woorden die het begrip omschrijven. Die omschrijving moet niet te lang zijn, zich onderscheiden en goed uitspreekbaar zijn. En het liefst iets dat blijft hangen. Is er een groep nieuwe benamingen dan is het handig als er een beetje systeem in zit. Bij Judotechnieken is dit enigszins te volgen, met name als de geschiedenis van de benamingen kent.
Denk aan hoe het woord voor iemand bellen is ontstaan. Dat komt vanzelfsprekend van hoe vroeger een telefoon overging (toen nog echt een fysieke bel). De betekenis heeft nu meer met het gesprek te maken dan met het geluid. Veel kinderen vinden het vaak wel leuk om te weten waar een woord vandaan komt. Dat is de insteek van de geschiedenis is er niemand die er een vraag bij stelt. En voor de jongere onder ons is het prima uit te leggen. Een belangrijke reden dat we in het boek wat vertellen over de benamingen is dat we daarmee meteen iets vertellen over de geschiedenis en de logica die achter het systeem zit. Ook al levert het soms vertalingen op die uitleg nodig hebben…
Een benaming voor een techniek is dan ook iets heel anders dan de techniek zelf. Alle technieken die getekend zijn, zijn terug te herleiden naar benamingen (ja, ze kunnen allemaal teruggeleid worden, maar voor sommigen moet het hele boek goed gelezen worden). De meeste van de benamingen voor technieken die getekend zijn, zijn redelijk terug te herleiden zijn naar de handelingen die je maakt tijdens de uitvoering van die techniek. Benamingen blijven beter hangen als ze iets betekenen voor de judoka.
Tenslotte stimuleert het om meer te weten te komen over Judo en de geschiedenis ervan. Uiteindelijk zal de benaming voor de techniek blijven hangen en - als de judoka steeds verder komt - het begrip van een techniek (dus de uitvoering, beweegrichtingen, de verschillende variaties, etc.) helemaal loskomen van de benaming. Zoals dat met taal altijd gebeurt.